
Blogpost donderdag 7 juli 2011 van Fred Schoorl
Een goede zit is het halve werk. Zeker in het wielrennen. De avonturen met mijn achterwerk – het gespiegeld en ondersteboven beleggen met gaasjes en wondpleister is heuse routine aan het worden – zingen dit zitbewustzijn bij mij wakker. Dat geldt voor iedere stoel die door mij wordt ‘bezeten’, maar zeker voor het zadel. Na het vertrek uit Cremona en nog wat Povlakte voeg ik mij in lawaaiig Medesano eindelijk weer als renner bij de groep. Gek genoeg moet je dan toch weer even een plekje veroveren. Er zijn andere automatismen in geslopen. Nieuwe codes. En de fysieke toestand is ongelijk. Zij ruiken naar de koers. De geur van wilde dieren, nadat er is gestreden met de kilometers, de weg, de wind en de route. Jaap, Onno, Joris, en de anderen zijn al enigszins gebakken en gebraden in de Po-oven. De vermoeidheid maakt dat er loomheid, dofheid in de groep komt, die nog het meest blijkt uit het zwijgen. Silence is like sleep, it refreshes wisdom, zegt de denker. Hier geen wijsheid, maar slechts water dat wordt verfrist. En koffie die gretig wordt gedronken. We zitten tegenover een marktstal met groenten. Ik haal een banaan. De marktjongen wil geen geld en zegt iets dat ik ben vergeten, maar dat ongetwijfeld gratis betekent. Ik fantaseer bewondering voor wielrenners. Maurits niet: ‘een aap geef je een banaan’. Ineens breekt er een lach door. Het moment is daar: de karavaan gaat veder. Mijn zitprobleem dwingt tot bescheidenheid, tot relativering en humor. Bovendien: deze mannen gaan gewoon zitten. Hun probleem zit in de benen en het hoofd. Voor mij is er echter even geen gewone zit. Dat blijkt als we wegrijden. Het kunstig op de intieme plek gedrapeerde gaasje helpt genezing, maar veroorzaakt ook ongemak: er zit nu een bobbel in de met kunstzeem gemaakte wielerbroek. Ik schuif naar voren, dat voelt niet goed. Naar achter evenmin. Zo worden vitale organen afgekneld, die voor andere passies nodig zijn. Op mijn linkerbil zitten gaat, maar leidt tot scheve verhoudingen tussen mijn benen – puur fysiek uiteraard. De rechterbil is een no go area, dat direct pijnscheuten veroorzaakt, zeker vanwege de staat der wegen in het Italiaanse land. Het wordt een Hollandse zit. Een compromis, waarbij ik een beetje naar voren zit en een beetje op de linkerbil leun. Het blijft zittechnisch wel onrustig, als van een kind dat in de klas iets wil zeggen en geen beurt krijgt. De mannen zien de onrust en vragen om beurten hoe het gaat. Natuurlijk gaat het dan goed. De eerste klim dient zich aan op weg naar Calestano. Klimmen lukt en nu mijn bewustzijn zich heeft vernauwd voel ik andere dingen minder. Lekker tempo omhoog rijdend glijden wij langzaam de eeuwige idylle van Toscane binnen. De heuvels, het groen, de kleuren, enfin, we vullen het met onze romantische inborst in alsof het werkelijk Toscane is en we terug zijn bij het zoet van onze herinneringen. Voorlopig ligt er toekomst voor ons: nog meer klimmetjes. Toch ben ik zo zitbewust dat ik alleen nog maar in zitten denk. Noud zit stevig, met zijn benen naar buiten draaiend. Jaap zit stil, krachtig. Cornelis zit diep. Daan hoog. Joris licht. Maurits zwaar. Onno zìt gewoon en Peter zit alsof hij ten strijde trekt. Er wordt wat gezeten in de wereld. Ondertussen is de hitte vaardig over dit geteisterde groepje dat in schoonheid zwoegt. Ik ga na de 1e klim met de staart mee, net als Jaap die zich niet lekker voelt. Met Joris flaneer ik eigenlijk, ontspannen keuvelend en ondertussen zitschuivend. Later ook met Maurits, Daan en Jaap, met meer stilte, maar steeds bevestigend dat we toch echt mooie dingen zien. Tijdens een ravitaillering bemachtigt iemand – ik noem geen namen – wat ik een chauffeursposter noem. De dame wordt gevouwen en in een trui gedaan waardoor zij en haar boezem vrolijk meedeint op het krachtige zitten en malen van Peter. Het is bijna kunst. De laatste klim. Ik wil rustig beginnen, maar Cornelis schiet als een raket naar voren. Een heuse demarrage. Huh? We moeten 14 km klimmen. Peter blijft zitten. Ik zit niet lekker, maar ga toch op de pedalen. Cornelis is echter ontketend. Heeft hij een zonnesteek? Heeft hij geslikt? Of is dit his moment of Fame? Met enige moeite sluip ik naar zijn achterwiel. De anderen zijn gezien. Hij bevestigt dat hij het op zijn heupen heeft. ‘De hele dag al’, op een toon dat hij zelf waratje ook niet weet hoe het komt. Wij hebben een bestand. Geen uitputtingsslag, maar keihard doortrekken. Ik met een brandend gevoel, alsof ik op een omgekeerd strijkijzer zit. Cornelis harkt door, geen stilist maar sterk en taai. Een prachtige klim, samen in een energieke roes genomen. De eerste die ik in mijn leven op een strijkijzer doe. Maar de benen zijn goed en als we het rommelige Castelnovo ne’Monti binnenrijden ben ik opgelucht. De komende dagen ga ik het ongemak trotseren. De wielrenner en zijn zadel hebben vandaag voor mij nieuwe betekenis gekregen. Zitten zal nooit meer hetzelfde zijn. Maurits bekroont de dag met een indrukwekkend levensverhaal van een Nigeriaan, wiens leven op zijn kop werd gezet door een bombardement. En een stelling over verhalen en empirie. Geen koffietafelverhaal. Of blogje.
wandtattooGod chooses us even though we are sinners
woolrich quoka In a round about way
What type of fashion is typical where you live
woolrich jacken reduziert In a round about way