RSS feed
2019

Blogpost woensdag 6 juli 2011 (23.50) van Fred Schoorl

Dagboek van een deserteur
Vanochtend heb ik mijn billen gefotografeerd. Niet om op Twitter te zetten en dan ergens geen burgemeester te worden, maar om medische redenen. Een lastig rennersprobleem: een kapotte, ontstoken huid. Gewapend met dit intieme beeld buurt ik nog even bij de apotheker. De jonge vrouw kijkt niet verbaasd, noch geschokt. Waarschijnlijk een moeder voor wie billen billen zijn. En zo is het. Ook de mijne. Ze kijkt serieus en enigszins streng over haar bril, zoals een medicus betaamt. In mijn beste Italiaans zeg ik geen zalfje te willen, maar second skin. Een geïmpregneerd gaasje. Zo geschiedt en met gemengde gevoelens keer ik hotelwaarts, waar ik de groep niet heb zien vertrekken. Bij het ontbijt was iedereen oprecht meelevend en bezorgd. En met mij teleurgesteld dat ik deze lange, meest lelijke etappe moet missen. De strenge apotheker geeft echter 2 dagen wielerverbod. Filip maakt er gelijk 1 1/2 van en stiekem sla ik af op 1. Vandaag dus een dag met Filip mee, in het busje. Zo zie je de achterkant van de koers. Hij is al gestrest omdat we tijdig bij de boot moeten zijn. En dan moet ik nog wat ingewikkeld klooien met fraaie ‘garze impregnate’. Ik ren naar mijn kamer waar ik onder mijn benen door kijkend, staand voor de spiegel inspectie oculair van mijn intieme ik pleeg. Ik moet ondersteboven en spiegelbeeldig denken om dan het gaasje op de juiste plek te draperen. Geen sinecure. Eerst natuurlijk de verkeerde bil. Dat is normaal. Maar dan blijft het gaasje aan mn hand plakken in plaats van op de bestemde, gehavende plek. Als ik het gaasje terugleg plakt inmiddels ook de verpakking en ontspint zich een klassiek plakbandjesdrama. Ik schud met de handen en de goden zijn mij genadig. Een fragment later siert een heuse garze mijn achterwerk, overdekt met een speciale pleister. Ik transpireer inmiddels hevig in de ochtendhitte en maak mij snel uit de voeten. Filip! De boot! Ik ren weg van de spiegel, bang dat er een afdruk op het glas blijft plakken. Filip staat nerveus bij de bus. We gaan. In de afdaling naar Menaggio geniet ik alweer, nu van de in een heiige lucht gevangen schoonheid van het Comomeer. Natuurlijk zijn we net op tijd om de boot uit te zwaaien. Een cappuccino op een prettig terrasje dan maar. We praten wat over reizen, carrière en nog zo wat terwijl het meer verleidelijk ligt te glinsteren en het bootje de overkant heeft gehaald. Met onze jongens erop! Wij bewonderen inmiddels een mooie Italiaanse die dansend voorbijloopt en makkelijk in een film van Visconti of Fellini zou kunnen spelen. Maar de realiteit van de boot roept ons terug. Hij is terug. De bus erop. Een ontroerend poëtische overtocht van Menaggio naar het verdikkeme al even schone Belaggio. Ogen tekort. De schone dame nBij ons wordt vergeten. Je wilt eigenlijk dat de boot stopt en je verstild het moment kunt blijven beleven. Maar de boot stopt niet en de moedige fietsers voor ons ook niet. 150 km in de hitte. De helden. Wij doen snel inkopen. En weer is er de stress: zijn we wel op tijd voor de lunch? Filip regelt, rekent en reageert op verrassingen. Zoals de tunnel waar Jaap en kornuiten niet doorheen mogen. Staan ze in de hitte. Even later een smsje dat een zoektocht over grindpaden is afgeblazen en de tunnel toch de enige weg is. Tunnelvisie. Dan is daar de verrassing: Joris en Daan haken af: te veel gevaar, geen zin in nog meer gedoe. Zij reizen openbaar naar Cremona dat als een crêpe in de lelijke Povlakte ligt te bakken. Bij Misano is er lunch, nu voor zes. Tegenover de cimenteri. Hoe snel en behendig Filip alles weer neerzet en organiseert is fascinerend. Hij wil niet te laat zijn. Net zoals het ‘een goede plek moet zijn’. Dat wil men ook voor de doden, zie ik op de begraafplaats. De piëta is daarbij duidelijk een hardnekkige mode in Hiernamaals. Vele doden zijn posthuum verblijd met de rouwende Maria met zoon in de armen. Als beeldhouwwerkje, snijwerk, glas-in-lood en in alle maten. De zwarte wouw die boven de plek hangt ziet er niets van zijn gading. De groep! Daar komt de cavalerie aanstormen. Indrukwekkend gezicht. Moe, maar niet moedeloos doen ze zich tegoed aan de vertrouwde lunch. Er is stevig doorgereden en ik vermoed dat Onno, Jaap en vooral Noud hier het voortouw in hebben. Als ze wegrijden regisseert Filip de verdwijntruc van de spullen, als ware het Harry Potter. Haast. Op tijd zijn voor het drankje dat in Fornigara wacht. Op de lange rechte weg zie ik ze aanstormen. Een rose stip die snel groter wordt. Peter steekt zijn handen in de lucht voor de tussensprint.Ze zijn nu wel lichtelijk uitgewoond. Filip heeft inmiddels drank gekocht en wat zaken geregeld. Koele Fanta erin, effe zitten en hop! Daar gaan ze weer. En de onrust van Filip keert terug: op tijd bij het hotel zijn. We scheuren nog langs een kralensnoer van nietszeggende, typische dorpjes-dorpen. We horen dat Cavendish de sprint wint in de Tour. Het hotel ligt tegenover het ziekenhuis. Het heet Visconti, van de films waar onze diva van de dag nooit in speelde. Het is schoon, gastvrij en prettig. Filip roept opgelucht: De moegestreden strijders komen er alweer aan! Na 150 km jakkeren door de Po-oven. Gek genoeg benijd ik ze. Het diner wordt opgesierd met een zangoefening van Cornelis – zijn poging om een onuitwisbare speech te geven – en een even onuitwisbaar verhaal van causeur Onno. Over zorg, opvoeding en broederschap. Dat laatste daar drinken we graag op, nadat het best een beetje op de proef is gesteld vandaag. Het plein bij de katherdraal is Italiaans mooi. Vol met echte mensen. Ik zie een slonzige oude man met een sportfiets type geen gezicht 1975 doelloos tussen de mensen door fietsen. Een dame van in de zestig toont ongegeneerd haar gulle boezem. Een kind op een fietsje met zijwieltjes valt hard, kijkt om zich heen, ziet geen bekende en staat zonder te huilen weer op. Zo gaat dat al eeuwen hier. Ik debiteer wat weetjes over de bouwkunst aan Noud en Maurits – die meldt dat dit een vioolbouwersstad is, e vero! – maar weet vooral dat ik het gevoel en de sfeer daar nooit kan pakken. Gelukkig maar. Morgen kijken of ik van mijn lichaam mag fietsen. Vanavond is klaar. Filip ook. De dag dat ik mijn billen fotografeerde is een wonderschone dag geworden.

As with any outfit
woolrich outletExpressing Style in Unique Way
Top Reasons Why Women And Girls Like Accessories And Jewellery
woolrich zürich It’s not like I had a smooth path of success

Top Reasons Why Women And Girls Like Accessories And Jewellery
woolrich w’s arctic parka df It’s not like I had a smooth path of success