
Zondag 10 juni 2012, blogpost van Jaap
Assisi, 10 juni. Bravissimi!
Een korte etappe voor het zelfvertrouwen, goed 100 km onder het Lago di Trasimeno door het platteland van Umbrie. Met hele stukken vlak voor de afwisseling. Een etappe om te recupereren na de slag van gisteren, de moeheid uit de benen te fietsen, kracht en ritme te hervinden, een feel good etappe. Het is warm bij het vertrek aan de voet van de stadsmuur. We gaan in het zwart vandaag, passend zo op zondag en na de ontluisterende nederlaag van gister. Bij het ontbijt bladeren we door La Gazetta de lo Sport met een behoorlijk negatief verslag. Van Marwijk heeft kennelijk gezegd dat het een goede partij was, alleen kansen gemist. In Italie was iets heel anders te zien. La Gazetta en wij geven het geheel een stevige onvoldoende, vooral “Van Bommele”. Misschien schudt het de heren wat wakker maar het commentaar van Van Marwijk suggereert dat ze nog in de ontkenningsfase verkeren.
Hoe dan ook, wij gaan op pad, in het zwart en het ziet er strak uit door la campania. Over onverharde wegen snellen we voort, af en toe een stop voor een mooie foto. Onno is een stuk beter, hij buit elke heuvel uit om zijn zelfbeeld te herstellen. Met zwaar verzet hard omhoog, vaak ver voor de groep. De moed van de olifant (zie Jonathan Haidt, the happiness hypothesis, we lazen het twee jaar geleden) wint het van de gematigdheid van Augustinus. Maurits jakkert over de vlakke stukken, ook hij is er weer na een off-day gister. En Joris is er gelukkig bij, vannacht aangekomen na een triest sterfgeval in de familie. Hij knalt er meteen goed in, aan het eind van de ochtend zet hij de sokken erin op een vlak en vals plat stuk. Alle zeilen moeten bij om hem bij te houden. In Panicale, bovenop de heuvel na een heerlijke klim genieten we van een geweldig uitzicht over het Lago di Trasimeno. Een oud stelletje zit op een bankje voor hun huis in de zon en ik maak een praatje met ze. “Bravissimi!” zeggen ze als ik vertel dat we in etappes uit Nederland komen en op weg zijn naar Rome en Napels. Ze wonen al 83 jaar in het dorp, de laatste 40 jaar in dit huis, daarvoor om de hoek. Ze hebben wel schik om die rare mannen, duidelijk niet Italiaans maar met een missie.
De mannen ruiken de lunch van Cok, soep met brood en het gas gaat vol open. Cok heeft een mooie plek uitgezocht, maar wel aan de verkeerde weg. We zoeken, bellen en zien ineens de bus van Cok van een heuvel komen. De lunch staat verderop, even een kilometer klimmen. De lunch smaakt des te beter. Een duidelijke upgrade vergeleken met vorige jaren, we hebben ieder een eigen klapstoel. Cok helpt met tikkende crankstellen, losgeraakte bidonhouders en overvette kettingen die ratelen.
Nog 40 km, met twee klimmen aan het eind. Het landschap betovert ons. Een paar regenspatters maar het waait weer weg. Bij Bettona moeten we omhoog. Onno stuift weg, peter, fred, cornelis, noud en ik laten hem gaan. We herinneren ons nog hoe dit vroeger ging. Peter probeert het spel op de wagen te krijgen door te vragen wanneer ik langszij kom. Mijn benen voelen moe en ik bungel wat achteraan de groep. Toch maar aanvallen, wie weet gaat het en anders niet. Ik trap in een scherpe bocht hard voorbij de groep en ik hoor het kraken achter me. Met 20 per uur omhoog, de burgemeester komst snel dichterbij. Zwaar hijgen we hem voorbij. Cornelis geeft nog een extra snok maar ik laat niet los. Samen komen we boven met de makkers er kort achter. Een magistraal uitzicht wacht ons, links op een heuvel Perugia, rechts Assisi. Cok is onder de indruk van ons fietsen, zegt hij, de beste manier om ons nog een keer hard te laten klimmen en Cok weet het. Op naar Assissi. Na een fotomoment van de glorieuse stad die voor ons opdoemt, gaan we rechtuit omhoog. Als groep zeggen Fred en ik, maar “dat vind ik niks” roept Onno als hij voorbij schiet. Met machtige halen schiet hij weg. Twijfel, bij de groep blijven of toch achter Onno aan? Mijn wedijverende olifant wint het van de solidaire deugd. Noud, Cornelis, Peter en Fred volgen. Op het allersteilste stuk pers ik me voorbij Onno. Op is op. Nog een stuk klimmen naar het hotel, nog een laatste sprint omhoog en daar horen we Cok bevrijdend roepen, i bravissimi sono arrivati. Lachende gezichten op het terras, het zelfvertrouwen is terug. We hebben het nodig ook. Morgen de koninginnerit, 150 km naar Rieti, drie lange klimmen, 25, 20 en 25 km klimmen, de laatste over de Terminillo, 1100 meter omhoog in een stuk. De dapperen vrezen nog even niet.
Chanel FlatsSports Hat Juggling and Men’s Fashion Demystified
woolrich yellow parka universal discourse
10 Item Ideas For Typically The The World Pandora Sale Advanced Scholar
woolrich rucksack universal discourse