RSS feed
2019

Zaterdag 30 mei 2015, blogpost van Fred: Freudiaans verzet(je)

(deze blog is niet geschikt voor mannenhaters)

Fietsen en erotiek liggen over elkaar heen (Freud!). Tot in de hoogste kringen. Jaren geleden schreef ik eens een speech voor een Limburgse minister, die – was ik achter gekomen – ooit scabreuze gedichtjes schreef voor Propria Cures. Hij moest iets zeggen voor een opening ergens bij Maastricht. Ik verwerkte er een citaat in, uit een gedicht van Jan Campert. ‘De heuvels van het land zwellen als de borsten van een vrouw’. Dat ging over Limburg. Tot mijn stomme verbazing vond hij het prachtig. Een uitroepteken sierde mijn, of eigenlijk zíjn spreektekst. Hij hield ook van fietsen. Sindsdien ben ik over ministers anders gaan denken. Maar dit terzijde.
Deze totaal niet terzake doende herinnering kwam al fietsend tussen Onda en Forcall bij mij op. Stelt u zich voor: mannen in rose Giro d’Italia Rabobankshirts rijden in de warmte van het Spaanse land, over de heuvels en bergen. Ze zijn vrij en avontuurlijk van geest. Zij lijden en hunkeren naar bewondering, of op zijn minst instemming. Een lange rechte weg. Een man en vrouw op een paard naderen. De gesprekken verstommen. De blikken draaien naar links. Het is de vrouw. De kont van het sierlijke paard is massief, zwart glimmend. De ronde billen van de vrouw, gestoken in een beige strak zittende rijbroek, vormen een perfect antwoord, vol finesse en harmonie. De amazone zit kaarsrecht. Haar been – het been dat we zien – is niet lang, maar welgevormd. Zij zit rechtop, maar drukt al wiegend op het paard haar boezem naar voren. En kijkt ons schalks, enigszins hautain aan. Aan De man heb ik geen concrete herinnering, behalve dat de groep – bij de eerste stop druk evaluerend – hem benijdde. Daar werden de tongen losser. En de fantasie. Stel dat ze niet op het paard, maar op ….. Was ze die man niet vreselijk zat? Zag ze de mannelijke viriliteit op onze stalen rossen? We zijn van huis en gevoelige mannen. Al moet ik bekennen dat er twee maten – niet de minste waar het om affiniteit met de andere sekse betreft – het hele tafereel totaal, maar dan ook totaal ontgaan was. Tot verbijstering van de rest van de groep. Freud fietst altijd mee. What’s on a man’s mind is complex en soms eenvoudig. We rijden vol passie, we beklimmen bergen of de heilige graal ons wacht, liefst om als eerste boven te komen (zoals ik vandaag op de col d’Ares). En we hopen soms op een dama Bianca aan de finish, zoals de Italiaanse wielergod Fausto Coppi had in zijn gouden tijd. Of een ordinaire rondemiss. Voor een vette knipoog. Net zo één als ik u nu geef. Maar dan met weemoed en verlangen. Naar dat ene verzetje, dat soepeler en machtiger is dan wel verzet op onze fiets dan ook. We rijgen illusies aan elkaar. We voelen ons er goed bij. De amazone is ons allang vergeten.’