
Dinsdag 2 juni 2015, blogpost van Jaap: En nu gaat het beginnen
Dag 5 alweer van onze tocht, we hebben er ruim 600 km op zitten, en nu komt het echte werk. Er is natuurlijk al heel wat afgeklommen, maar vandaag gaat het voor het eerst gebeuren. We staan aan de voet van de Pyreneeën, af en toe zagen we al een glimp gister van een witte vlek hoog in de bergen ver weg. Vandaag een voorproefje, over de Bonaigua, waarvan de top op 2.072 mtr ligt. 1.000 mtr stijgen in een ruk, dat is andere koek. De herinneringen gaan terug naar de Alpen, onze tweede tocht. De Sustenpas en de Oberalp achter elkaar aan, 2x meer dan 20 km klimmen. Daar hebben we allemaal wel een jasje uitgedaan. Of de Splugenpas, direct na het ontbijt. Zo zal het hier ook gaan, wat we tot nu toe klommen was Spielerei. De etappe van vandaag staat geheel in het teken van die ene berg die we over moeten. De eerste 75 km gaat het op en neer maar per saldo steeds een beetje op. We fietsen in een mooi gelid, Fred en ik houden op kop een keurig herentempo aan. Aan het gekeuvel achter ons merken we dat dit goed valt. De gesprekken gaan over van alles en nog wat, iedereen is tevreden dat er eens niet wordt gejakkerd. Bij de koffie bedankt Maurits ons als zijn liefste fietsvrienden als we zo op kop rijden. Cornelis trekt de volgende 20 km naar de lunch van Bert, 5 km voordat de klim begint. Iedereen is in goede doen, er wordt honderd uit gesproken en gelachen, de klim is er wel in onze beleving, er wordt vooral geconcentreerd gegeten, maar bezwaart ons gemoed niet. We stappen weer op en na een paar km verschijnt het bord 8%. Dat veroorzaakt verwarring, in het hoogteprofiel dat Cornelis voor elke etappe maakt stond die 8% niet, max 7%. Maar hier staat het, 8% over de eerste twee km. Cornelis zet niettemin goed aan, Fred en ik passen even, dit is een trainingsbeklimming houden we elkaar voor om te rechtvaardigen dat we Cornelis niet bijhouden. Die komt wel tot inkeer en zo zijn we er snel uit dat we toch echt het goede tempo aanhouden. In de wielerwereld is voor elke situatie een steekhoudend verhaal te verzinnen, de hele wielerwereld is eigenlijk een groot verhaal en wij verzinnen ons eigen stukje erbij. Na bijna 2 km zien we in de een nieuw bord, stijging zal nu wel afnemen. Maar nee: 9%! Zitten we wel op de goede berg? Was het profiel van de andere kant? Hoe erg gaat dit worden? Ondertussen duwt Cornelis gewoon door voor ons. Heel langzaam komen we dichterbij en dan fietsen we een tijd met ins drieën. We halen Onno in, die na de lunch vast vooruit was gefietst. Fred gaat maar eens staan, denk om billen en spieren wat te ontspannen, maar gevolg is dat het tempo omhoog gaat. Ik ga mee, maar Cornelis niet. Langzaam rijden we weg. Na een tijdje herinneren we ons weer dat het een trainingsklim was en laten we het tempo wat zakken. Maar Fred traint in de bergen gewoon wat harder dan ik. Hij krijgt het tempo niet echt omlaag, wat mij goed lukt. Langzaam rijdt hij van me weg, sterk weer. Het verschil tussen de duursporter die echt inhoud heeft en een krabbelende sprinter die zich omhoog bijt maar waarvan de bezinetank na zoveel km klimmen gewoon leeg raakt. Maar t gaat niet slecht, ik blijf weg van het Verste Rekpunt, raak niet op en geniet als een klein jochie van de geweldige wereld om me heen. Vlak onder de top ligt sneeuw, paarden grazen langs de weg en steken pardoes over als Noud later voorbij komt. En toen waren we boven, viel alles mee. En geen spookweer, mooi zonnetje, beetje wind, en dan een lange afdaling, 22 km naar Vielha. Op sommige stukken kun je heel hard, recht naar beneden, zonder bocht, maar we houden ons in. En af en toe zo’n tegenwind dat we hard moeten trappen om boven de 30 uit te komen. Het kan niet schelen, de eerst echte klim was goed, we kwamen allemaal goed boven. Laat de rest maar komen, denken we nu nog.