
Donderdag 4 juni 2015, blogpost van Jaap: Fietzsche met Nietzsche
Beste meneer Nietzsche,
U heeft nogal wat teweeggebracht met uw filosofische bespiegelingen. Ik weet niet of u het zelf nog een beetje heeft gevolgd, uw werk heeft al 130 jaar tot filosofisch gedonder geleid. Misschien verbaast het u dat u ook stof tot nadenken geeft aan een groepje vrienden die voor de lol elkaar op de racefiets pijnigen op Europese bergflanken en zo een kruistocht in fietsbroek door Europa fietsen. Zo begon de brief die ik bedacht bij het beklimmen van de Tourmalet vanmorgen. Je moet toch wat, al die tijd zwoegend naar boven. Denkend bovenwaarts, voor de verandering. > Meneer Nietzsche, een van de dingen waarmee we worstelen is uw stelling dat we in het leven alles wat illusie is moeten laten varen (en als het even kan niet van de weeromstuit onverschillig, nihilistisch) worden. We hebben het er elke avond over aan het diner maar komen er nog niet goed uit. U hebt er bepaald eer in gelegd zelf een paar illusies de wereld uit te helpen. Maar wat moet een fietser daarmee? Als ik uw werk zo lees krijg ik sterk het gevoel dat u nooit op een racefiets heeft gezeten. U leefde met en bij uw gedachten, misschien minder bij het zweet uwes aanschijns. Wij normaliter ook niet, maar daarom fietsen we af en toe wat. Ik kan me goed voorstellen dat in een wereld waarin het denken de boventoon voert het loont de illusies te ontzenuwen en overboord te gooien. Maar dat is niet de wereld van het fietsen. Wij frisse 50 plussers wanen ons jonge goden. We weten dat de profs een keer zo hard, minstens, zo’n berg op fietsen, maar dat hadden wij ook gekund als we 30 jaar jonger waren. Dat helpt enorm bij het op juiste waarde schatten van de eigen prestaties, we zijn soms werkelijk onder de indruk. Fietsen gaat ook over hele kleine keuzes en dilemma’s. Zo moest ik vanochtend bij het ontbijt de vraag beantwoorden of het beter is een bord witte rijst met jam (sic!) te eten dan stokbrood van een dag oud met Nutella. Ik kan me uit dat dilemma geen weg denken en ga maar voor de illusie dat rijst met jam zo buitenissig is dat het wel erg goed moet zijn voor klimmers. En dus fiets ik nu een stuk harder. 3 km, jee Fred, dit is toch wel pittig. Nog 11 km, alles met stijgingspercentages van 8-12%. Waar was ik, oh ja. De illusies van de fietser. U bestrijdt de gedachte van een dubbele wereld, eentje die wij denken en een die er echt is, een idee dat Plato en Socrates introduceerden. Meneer, Nietzsche, in het fietsen is het nog erger. Shit, dit is steil, voel me niet zo goed als gister. Hoe lang nog? In het fietsen begint en eindigt alles met het verhaal, het verzonnene. De werkelijkheid heeft daar maar naar te voegen. Alles is illusie, alles is ook overdrijving. Zowel de glorie als het lijden. Elke situatie vraagt om een nieuw verhaal dat verklaart wat je doet. Als iemand ons inhaalt is hij een uitslover, als we iemand voorbij knallen zit ie er niet best op. En zo gaat het maar door. Met klimmen is het net zo. Alleen met illusies kom je omhoog. Ik moet volhouden, mag nu niet loslaten, ik ben sterk genoeg om dit tempo vol te houden. 8 km, vloek, spuug, fles in mn nek, het wordt te warm. Ziet u wat ik bedoel? Hoe kom je nu zonder illusies de Tourmalet op? Zelfs de bewegwijzering draagt bij aan de illusie. Onderaan de klim staat een bordje met 17 km, als je boven bent heb je er 16 gefietst, je krijgt een kilometer kado onderweg. Dat helpt! Nog 6 km, ik moet aanzetten. Waarom eigenlijk? Omdat ik als eerste boven zou kunnen komen? Is dat voldoende reden? Zonder meer als het de zwaarste berg in deze tocht is. Gister kon ik hard doorfietsen maar was het minder steil dan nu. Fred zegt dat het tussen zn oren zit vandaag, misschien kan ik wel meer pijn verdragen dan hij. Ik zet aan in La Mongie, nog 5 km te gaan. Ik kan het, ik weet het zeker denk ik. Arggh, te hard, benen lopen vol, ik rijd toch weg, ik moet Fred voor blijven. Hijg, hijg, hijg, meneer Nietzsche, zegt u nou eens wat. Kreun, piep, vloek, staan, proest, au, ik hoef nog maar 3 km. Bent u dat meneer Nietzsche? Nee, het is Fred die weer bij komt, vloek, he makker, hijg, gaat het? Ja goed zegt hij, met gepijnigd gelaat. Ik haak aan, want ik ben sterk vandaag. Ziet u de kracht van de illusie meneer Nietzsche? Zo kom je boven. Nog 2 km en daar slaat de filosoof met de hamer toe. Oi,oi,oi, de zak is leeg, te veel gegeven en Fred loopt langzaam weg. Weer een illusie armer, hebt u nou uw zin meneer Nietzsche? Nog een kilometer, doorvechten nu. Door de sneeuw links en rechts, bijna boven. Boven? Boven! Ik heb mezelf naar boven gedacht. Wat denkt u meneer Nietzsche, word je zo een beetje bovenmens? En u bent voor het eerst op de racefiets de Tourmalet op geklommen. Zeg nou zelf, dat had u toch ook nooit gedacht!