
Woensdag 3 juni 2015, blogpost van Fred en Jaap: Diablog
Jaap: Fred, jij schreef onlangs een blog dat wij geen stilisten zijn. Eigenlijk zeg je daarmee dat we er niet uit zijn. Nou zeggen ze dat thuis ook, maar ondertussen doen we er toch alles aan om er juist wel goed uit te zien op de fiets. Dat moet ook volgens The Rules voor wielrenners. De hoofdregel van The Rules is: harden the fuck up. En de tweede regel: look good while you’re doing it. Zo schaffen we elk jaar een nieuw shirt aan, stapels hebben we verzameld. In welk shirt zien wij er nou het beste uit?
Fred: Jaap, laten we eerlijk zijn. Het shirt maakt de renner. Wij spelen dat we renners zijn. In de mode kan inmiddels ongeveer alles, terwijl wij nog proberen er iets van te maken. The Rules volgend. Maar kijk naar de foto’s! Mannen op leeftijd in zuurtjeskleuren. Germanen in een rosé shirt. Serieuze mannen die reclame maken voor Belkin, of – erger – de deconfitureploeg van Rabobank! Al moet ik bekennen dat één van mijn helden, de fanatieke fietser en modeontwerper Paul Smith veel inspiratie haalde uit…het wielershirt. De regenboogtrui bovenaan. En die hebben we nou net niet! Mijn favoriete shirt is toch…het zwarte De Brauw shirt. Stijlvol, met passende broek. Vooral dat! Want shirt ok, Jaap. maar wat vind jij nou van de hemeltergende combi van een blauwzwartwitte Ballast Nedambroek – ja, armoe troef dus – en een vrolijk rose Raboshirt: de vastgoedfraude in een tenue!
Jaap: Helemaal eens over het shirt van De Brauw, zeer stijlvol zwart, her en der een rood of wit accent. Als je ons zo door het landschap ziet rouleren, of zoals vandaag op de flanken van de Pyreneeën ziet klimmen en afdalen, man daar zou het publiek, als het er was, stil van worden. Die Ballast Nedambroek heeft al veel schade opgeleverd aan tedere hoornvliezen. Snap niet dat een paar van onze makkers er nog in blijven rijden. En waar ze het allemaal niet mee combineren, oranje Rabo, roze Rabo, groene Belkin, het kan ze kennelijk niets schelen. Geldt trouwens ook voor onze meest esthetisch sensitieve ploeggenoot Peter. Wat hij niet af en toe uit de koffer haalt? Nou kunnen wij er ook wel wat van, dat roze Rabo shirt blijft elk jaar een favoriet. Waarom zou dat zijn?
Fred: Dat rosé shirt is het Giro d’Italia shirt: dat geeft klasse en stijl op zich, ook al rijden er boerenpummels in als wij. En: rose doet het goed in de groene paradijzen waar wij doorheen jakkeren. De blikken van mannen en vrouwen , die wij voor bewondering houden, zeggen genoeg. Hoe dan ook, Jaap. We hebben een probleem. Jij en ik houden van kwaliteit en klasse. Zijn de vleesgeworden would-be coureurs. En we zijn modern. Waarom vragen we niet aan Victor&Rolf iets mànnelijks te ontwerpen voor ons? Geen truttige pakkers met corsages, maar iets strak en stijlvols. Of moeten we Maxima’s favoriet Jan Taminiau vragen een PTT-postzaktenue te ontwerpen? Wij, mannen van stand en van de wereld – althans in onze verbeelding – moeten de Roompot- en Lotto-Jumbo lelijkheid bestrijden. Zit hier een nieuwe missie in van F4F?
Jaap: Tja, Lotto Jumbo, dat is toch wel een dieptepunt van stijl. Kan me niet voorstellen dat Sven Kramer lekker in dat pak kruipt. En Steven Kruijswijk was maar wat blij met de blauwe bergtrui in de Giro, hoefde hij dat gele ding niet aan. Ik moet zeggen dat we dit jaar wel goed zijn geslaagd in ons shirt. We zochten uitgebreid naar retro shirts, daar zit toch het stijlvolle in. Een band verticaal of horizontaal, twee, maximaal drie kleuren, doorgaans ‘oude kleuren’ die je tegenwoordig niet meer tegenkomt. Ons Chasseur de Cols shirt van dit jaar voldoet volledig aan onze eisen. Wat zag dat er goed uit in Spanje de eerste dag. Blij dat we dat shirt morgen weer dragen, in de Koninginnenrit over de Tourmalet en de Aubisque. Het zal ons vleugels geven en ik vrees dat we die ook nodig zullen hebben. En nu nog even, het gaat om de details, sokken? War vind je? Klassiek wit of Armstrong zwart?
Fred: We hebben het shirt, de broek en de sokken. Die laatste moeten eigenlijk zonder uitzondering wit of in hoofdzaak wit zijn. Al moet ik bekennen ook zwarte te hebben, zeker als ik ze, zoals hier, toch meerdere dagen moet dragen. Je kunt je daar geurtechnisch wel wat bij voorstellen, maar hier gaat het om de kleur. Kortom: stijlvol zwart, shirt en broek, met witte sokken. Of zijn we zo te saai – ook als de sokken niet gewassen zijn? Dus toch een spetterend modeontwerp? Of lappen we alle conventies aan onze laars en gaan we in de meest foute Italiaanse trui, met veertig kleuren en driehonderd reclames? En daar dan onze ironische tronies bij. We lijken wel een stel vrouwen die over de garderobe praten! Dus: nu stoppen, want we moeten het tenue voor morgen nog kiezen? 😉
Jaap: Ha, we verlangen stiekems toch regelmatig naar die bizarre Italiaanse en Spaanse shirts en broeken, met reclame tot in de bilnaad. Ik weet nog die zaterdagochtend op weg naar Florence, we klommen de laatste heuvels in de Apennijnen en de ene na de andere Italiaanse clown kwam ons op de racefiets tegemoet, in kleuren die barsten in onze brillen sprongen. Eigenlijk zouden wij dat ook wel willen, zo’n heerlijk verkeerd shirt, maar we weten natuurlijk dat het ons nog potsierlijker zou maken. Zeker thuis zouden we nog meer dan nu al de rise zijn. De illusie van onze glans in zulke pakken is simpelweg niet opgewassen tegen de realiteitszin die ons dan om de oren wordt geslagen. Wat dat betreft volgen we toch Nietzsche, die ze ook wel de filosoof met de hamer noemen. Misschien komen we die morgen op de Tourmalet wel tegen morgenochtend, hoe goed die shirts er ook uit zien.