
Blogpost van Fred, vrijdag 3 juni 2016, Chagrin
De kalende Fransman op stoel 8B wil niet dat ik spreek. Hij telefoneert namelijk. Dat is belangrijker. Mag er wel getelefoneerd worden? Ik heb een berichtje gekregen. Ik zeg tegen mijn fietsmaten op 9A, B en C dat broer zijn paspoort is verloren. Hij zit niet in het vliegtuig! Paniek, paniek, hoor ik mijn dochter van bijna drie de paniekpiet imiteren. Maar hier is er echt vertwijfeling. Nee, he? We missen al onze burgemeester, die niet meekon. En nu André? De Fransman monkelt en werpt mij afwijzende blikken toe. Hij ratelt verder in onverstaanbaar frans. Op zijn laptop zie ik een plaatje van een mooie vrouw. Ik negeer hem, maar niet de vliegtuigtrap. Die staat nog tegen ons vliegtuig aan. Kan André nog mee? Hoe raak je een paspoort kwijt? Wat moet ik doen? Terwijl de vragen elkaar in estafette aflossen voel ik een korte beweging. Uit mijn raampje zie ik het noodlot. De trap komt los van ons vliegtuig. Ik voel mij als de treinreiziger in Slauerhoffs verhaal Larrios. Daarin zet de trein zich langzaam in beweging en ziet hij de liefde van zijn leven – staand op het perron – in een fractie verdwijnen. Hier zie ik een trap die het verschil maakt tussen wel en geen broer. Tergend verdwijnt de trap, wordt het onvermijdelijke duidelijk. Het is te laat. Broer appt dat hij met een volgend vliegtuig mee kan. Een volgend vliegtuig naar Toulouse? Ja, er gaan er meerdere. Ik meld het nieuws. De Fransman vuurt nu directe, giftige verwijten uit zijn donkere ogen. Ik negeer hem. Wij zijn op reis en gaan nu echt in zijn Frankrijk fietsen. Het land van de Tour en andere drama’s. En het eerste contact is deze ’typische’ Fransman: arrogant, dwingend. Krijg de kolere! Dit is een land van het goede leven, waarin wij van Fietsen4Fietsen het goede fietsen willen bedrijven. Wij willen lachen, lijden, lustig de bekers aan onze mond zetten en zwieren door dorpjes met onuitspreekbare namen. Maar de Fransman heeft het verpest. Frankrijk zal ons moeten verleiden, anders zwaait er wat. Wel. lezer, ik kan u gerust stellen. Want na ons door lelijke, ongeordende ruimte te hebben gewurmd en uit de klauwen van Toulouse te hebben geworsteld komt de idylle per kilometer dichterbij. Na Bessieres is de cholère van de Fransman vervangen door het zoet van de campagne. We zwieren, we dansen, we lachen en genieten. Het kan weer, het mag weer. Als een druistige debutant gaat Simon af en toe flink aan. Hij is van de klassieke muziek en ziet dit als een ouverture. Wij zien dat het goed is. Wij weten wat er nog gaat komen. Of denken dat te weten. In onze hoofden staat dinsdag 7 juni met hoofdletters geschreven. De Kale Berg. Daar kan je pas echt chagrijnig van worden. Daar heb je geen Fransman voor nodig. Want doen die Fransen hier eigenlijk in dit mooie land? Enfin, broer is er weer. Wij kunnen verder!