RSS feed
2023

Blogpost van Fred, zaterdag 4 juni 2016, EEN WITTE VLEK

Dit wordt geen lekker blog. Dus als u nog kunt overschakelen naar een krant, een goed boek of het late journaal, schroom niet. Op zichzelf is het onderwerp heel simpel. Ik krijg namelijk vaak de vraag: hoe krijgen jullie het toch voor elkaar om na een dag fietsen nog een blog te schrijven? Het antwoord is simpel. Je doet gewoon wat. De rijkheid van het leven op de fiets, de kameraden, de vrijheid van het reizen, en de vrije wil. Kies er één uit en je hebt zo een blog.  Hoe dat praktisch gaat? Al je zinnen staan op scherp. De hele of in ieder geval een deel van de dag staat de blogradar aan. Op zoek naar een onderwerp. Soms dient het zich spontaan aan, dan weer moet je het uit de brokken herinnering kneden, of is het een waarneming of gedachte die als vanzelf opkomt en alleen nog maar hoeft te worden opgeschreven. Nu de naakte waarheid van vandaag. Hoe maak ik dit blog? Ik zit al op de fiets van Albi naar Nant. Het is bewolkt. We rijden in een uitgerekt peloton. En dan de ervaring. Ik mag wel zeggen: synergetische ervaring, om het nog wat cachet te geven.  Je hoort vooraan de groep een geluid. Een picoseconde later voel je wat ik maar ‘een spray’ noem. Alsof op de snelweg de auto voor je zijn ruiten nog eens doet. Je weet hier dat het gereinigde onderdeel geen autoruit, maar de menselijke neus was. Je analyseert de samenstelling van de spray en de mogelijke ziektekiemen. Je neemt een slokje je zoete bidon en denkt: hier zit een blog in. Dan gaat het verder. Nog geen kwartier later zitten we in een beklimming. Onze avonturen met het zogenaamde broekevet – ik had u gewaarschuwd, het wordt geen fijnzinnig blog – zijn u bekend. Je smeert het ter bescherming van billen en schaamstreek en er gaat een aangename werking vanuit. Ik zeg het netjes. Enfin, ik rijd dus in de beklimming en zie de fraaie zwarte wielerbroek voor mij. Op het contactpunt tussen broek en zadel zie ik ter hoogte van de bilnaad een witte vlek. Te ruim gesmeerd. De vlek beweegt prachtig met de cadans van de renner mee. Het is pure schoonheid. En je kunt er van alles in zien, maar ik zal niet uitweiden. Om het menselijke repertoire van gêne verder te kruiden kan ik ook de meer dan gutturale klank noemen, die vanuit het binnenste van de mens kan oprispen. Ja, ook de boer geeft muziek en kleur aan het zwetend en zwoegend peloton. En wordt zelden besproken. Of het moest zijn: ‘goh, de turbo gaat aan’. Mannenhumor. Beperkt, soms plat, realistisch. Maar het hoogtepunt is natuurlijk – en u voelde hem natuurlijk aankomen – datgene wat je nooit in de groep voelt aankomen, maar onmiskenbaar bij de uitingen van het menselijk lichaam hoort. Wat in mijn jeugd ook wel ‘een interne secretie met een extern akoestisch effect’ werd genoemd. Soms hoorbaar, dan weer in de stiekeme variant alleen met de neus waarneembaar. Hoe het ook zij, het peloton reed vandaag ook weer gewoon door, toen er in de groep een bijdrage van flatulentie weergalmde tussen de oevers van de Tarn. De groep kan het hebben. De schoonheid van dit land kan het hebben. Het peloton kan het hebben. Het peloton gaat altijd door. Ik weet niet of u door bent blijven lezen, maar hier aangekomen is er geen houden meer aan. Ik kan uitweiden over van alles en nog wat aan ongemakkelijkheden. Maar mijn doel is al bereikt. Er is een blog! Zo gaat dat nou. Oren, ogen en neus open. Het komt je vanzelf tegemoet. Je moet alleen niet je neus er voor ophalen. En ook verder moet je dat niet. Wij fietsen graag in het volle leven. Met alle (on)gemakken van dien.