RSS feed
2019

Blogpost van Jaap, 11 juni 2016, Onwerkelijk

In een vliegtuigstoel glijdt de week voorbij. Het blijft een moeilijk te beschrijven fenomeen. 8 dagen met elkaar op stap. Grootse momenten tijdens majestueuze afdalingen of gewoon moeten stoppen omdat het uitzicht te mooi is, afgewisseld met pijn, lijden, vloeken als er geen eind aan komt op die eindeloze of veel-te-lang-veel-te-steile klimmen. De ontspanning op een terras langs de weg, of aan de lunch in de berm. Grappen over de scenes in het boek van Binet en regelmatig ook stilte, als we allemaal bezig zijn te verwerken wat net is langs gekomen. Diners met verhalen over waarheid spreken, grote en kleine waarheden, regelmatig met twijfel verteld, een enkele keer stellig, soms heel persoonlijk en emotioneel, dan weer rationeel analyserend. De mannen, ieder zo eigen en anders, in leven, in denken, in fietsen en toch samen een hecht peloton. Ondertussen 975 km verder, van Biarritz-Oost naar Nice. Na zeven jaar bijna 7.000 km door Europa gefietst. In een roes. Opstaan, veel te veel ontbijten, fietsen klaar maken, bidons, repen, bananen en gelletjes pakken, op pad, klimmen, strijden, ontspannen naar beneden, nog een klim, weg zoeken, koffie onder weg, langzaam gesloopt worden, waarom staat Bert nu zo ver weg?, gesterkt door de lunch van Bert nog een keer naar boven, pijn, laatste 30 km doorgaans hard, met de laatste restjes energie en dan loslaten, ontspannen, we zijn er, naar je hotelkamer, douchen of soms in bad, eindelijk rust op je bed, een enkel woord met je kamergenoot, in slaap vallen, wat nu al eten? aan tafel, praten, lachen, waarheid spreken of horen, ommetje maken, blogje schrijven, tegen middernacht ogen dicht. Zo gaat het iedere dag, zalige eentonigheid, elk jaar weer. Een grote empty box voor de mannen. Erbuiten bestaat niets meer. Wereldnieuws dringt  spaarzaam door, nieuws van huis iets meer maar spoelt ook snel weg. De roes begint af te brokkelen op de boulevard van Nice. Wat een bizarre wereld hier. Mensen die zo maar wat flaneren of op het strand liggen. De opening van De Renner komt weer langs: ‘Niet-wielrenners. De leegheid van hun bestaan schokt me.’ Toeristen die op het fietspad capriolen uithalen met hun fietsen en geen oog hebben voor het F4F peloton, de geur van de zee, grote stadslawaai van veel te veel auto’s, niemand die zich in ons interesseert of het moet ergernis zijn. Langzaam realiseer ik me dat het leven gewoon verder is gegaan en zich van ons niets heeft aangetrokken, een gedachte die een week lang succesvol is onderdrukt. Geen ijssalon! Frankrijk is een even onderontwikkeld land als Spanje, nergens ijs te koop. We zijn verwend door drie jaar fietsen in Italië, elke avond na het eten leven op straat, overal ijssalons, la dolce vita. Niets van dat al hier, je zou toch denken aan het strand. In het hotel ploffen we op een bank voor een groot scherm met de laatste kilometers van een etappe in de Dauphine Libere. Froome demarreert iedereen weg. Het houdt het fietsen nog even vast. Maar het land snakt naar het EK voetbal, dat er niets mis gaat en dat Frankrijk wint. Men denkt ons een plezier te doen met een tafel recht voor het grote scherm om niets van de wedstrijd te missen. Maar we kunnen zoveel normaal leven nog niet aan. We gaan om de hoek zitten, uitzicht op de baai van Villafranca, we moeten nog praten over de tocht, over waarheid horen en delen, willen nog niet loslaten. Nu, hier, in de vliegtuigstoel, is het voorbij. De stoel zit slechter dan m’n zadel, ik krijg een stijve nek. Geen bananen of gelletjes voor het grijpen maar saucijzenbroodjes waar je veel te veel voor moet
betalen. Hoog boven de bergen waar wij ploeterden. Wat was nou het echte leven? Het zal weer lang afkicken worden thuis, net als al die vorige jaren. Een rare mengeling van niet kunnen wennen aan het nieuwe, oude normaal, en voortdurende herinneringen van bergen en
dalen, van onvergetelijk natuurschoon en de leegte van het land, van de mannen en hun verhalen, van de pijn en het plezier. En dromen over volgend jaar. Italië. Met ijs.