RSS feed
2019

Blogpost van Jaap, 6 juni 2016, Suikerwater

Wat doet er meer toe, het bewijs dat iets zo is of het verhaal erover? We komen erop doordat Maurits vandaag aan de lunch voor de zoveelste keer zijn gelletjes probeert te slijten. Hij is er heilig in gaan geloven, op basis van hard bewijs, data en zo meer, dat de voeding in zo’n gelletje  onmiddellijk in je bloed wordt opgenomen. Geen ingewikkeld en tijdrovend verteringsproces in maag en darmen, maar gewoon, bam, in een keer door je darmen afgegeven aan je bloed. Hard bewijs jongens, luister daar nou toch eens naar. Wij zitten hem allemaal wat meewarig aan te kijken. Ze smaken naar niks die gelletjes, zoete vla is de meest positieve kwalificatie die over tafel gaat. Sommigen worden er instant misselijk van. Wij, de vertrouwelingen van de banaan, voelen ons al zeer innovatief met onze energy bars en recovery bars. Dat gaat ook nog al eens mis als we  een recovery bar midden in de klim eten of een energy bar als we uitgeput op onze hotelkamer op ons bed neerploffen. De verkeerde proteïnen op het verkeerde moment en daar gaat je klim of je herstel. Onbegrijpelijk dat de producent beide producten in identieke verpakkingen stopt. Ja, er staan andere woorden op maar heb je wel eens geprobeerd de productomschrijving op zo’n bar te lezen als je met 12 km/uur omhoog kruipt? Dan heb je wel wat anders aan je hoofd en je stuur en prop je er gewoon in waar je hand al graaiend in je rugzak beslag op weet te leggen. Terug naar Maurits en z’n gelletjes. Zijn belangrijkste bewijs voor de kwaliteit van het spul is zijn eigen ervaring op de Weissensee afgelopen winter. Knap geschaatst, maar hoezo bewijs, N=1? Maar het belangrijkste bezwaar tegen de gelletjes is dat er geen ‘verhaal’ in zit. Over bananen op de fiets zijn verhalen te over, over de beelden die het oproept, over het superieure openingsmechanisme (vergeleken met het gepruts om die gelletjes met je tanden open te trekken), over waar de schillen zo al niet terecht komen, over hoe een fietsshirt van achteren er pas compleet uit ziet als er een top van een banaan uitsteekt, over de bananenkorsten op je stuur na een lange rit, over de eerlijke krachten die de banaan losmaakt, de banaan als als trouwe bezweerder van de hongerklop,  over hoeveel laatste kilometers op de klim draagzaam werden door de banaan etc. Een banaan op de fiets is een verhaal. Voor wielrenners is een verhaal veel belangrijker dan wetenschap. De Sky ploeg is wetenschap en goed maar is geen verhaal (tot Wout Poels Luik Bastenaken Luik won misschien). Ze fietsen zonder verhaal, op van te voren berekende weerstandsniveaus. Als iemand zich daar niet aan stoort en ze gewoon naar huis rijdt met een magistrale inspanning staat de wetenschap er beteuterd bij. Misschien fiets ik juist wel omdat ik dan even niets met wetenschap en bewijs hoef, en de verhalen me des te meer bewegen. Ze bewijzen niets maar ze vervoeren. In haar prachtige eerbetoon aan Italië en de Italiaanse wielergeschiedenis Pellegrina schrijft Lidewey van Noord een mooi verhaal over de man die in 1909 de eerste Giro d’Italia won, Luigi Ganna. Voor hij serieus ging fietsen werkte Ganna als metselaar in Milaan. Hij woonde in een klein dorpje vlakbij de Zwitserse grens. Elke ochtend, vanaf zijn zeventiende, hing hij een tas aan zijn fietsstuur met daarin een brood en een bidon met suikerwater, aangelengd met een beetje wijn en begon hij aan zijn fietstocht van 100 km  naar Milaan, ’s avonds terug. Altijd per fiets, sneeuw of niet. Kijk, dat is een verhaal, dat is fietsen. Natuurlijk wint zo’n man de Giro, daar heb je geen bewijs voor nodig. In plaats van een isotoon met bruistablet gefabriceerd drankje neem ik morgen zo’n bidon met suikerwater op de Mont Ventoux.