
Blogpost van Jaap, 9 juni 2016, Aanvaarden. Of toch niet? Jawel.
Wat een fantastische dag vandaag. Twee hele lange klimpartijen in een mooi, harmonieus patroon: 20 km klimmen de Col de Vars op, dan 30 km afdalen naar Barcelonnette, vervolgens 30 km klimmen naar de Col de Cayolle en weer 20 km afdalen naar St Martin d’Entraunes. 2x klimmen, 2x dalen, c’est tout. Op de eerste klim vertrekt Simon direct als een speer. Pas op de top zie ik hem terug. Powerjongen, knap hoor. Ik doe het wat rustiger aan, m’n benen voelen niet fantastisch, op een of andere manier krijg ik de machine niet goed aan, a lot of try, but little umph and therefore no triumph. Ik aanvaard m’n lot, gewoon doorfietsen is het devies voor vandaag. Ook al doet het allemaal pijn, dit is toch eigenlijk het mooiste wat er is. Met de mannen op stap en niets anders aan je hoofd dan de fysieke inspanning, in een omgeving waarvan je intens geniet. Dus ik geniet er op los en aanvaard dat het een tandje minder hard gaat. Dacht ik tenminste. Als ik voorbij het dorpje Vars kom, daar ben je overigens niet zomaar voorbij, eerst Saint Marcellin de Vars, dan Vars Village, dan Vars Les Claux, en daartussen nog eens wat Vars zus en Vars zo, maar als ik daar dan zo voorbij fiets beginnen m’n benen ineens minder pijn te doen. Wat zullen we nou krijgen? Mijn hartslag gaat omhoog, ik begin harder te hijgen en ik houd het vol. Wacht even, ik had toch net aanvaard dat het niet ging? Zit ik me daar voor niets te aanvaarden waar ik van baalde? Nog drie km naar de top en ik moet er aan wennen dat ik weer fiets zoals het bedoeld was, tempo, zonder gedreutel en gehang over je stuur. Wel een behoorlijke slow start, het kost 17 km om op stoom te komen. Heb ik dan toch goede benen? Bovenop de top op 2109 m genieten we in de zon van het uitzicht, van koffie, cola en van de troep die uit de achterzak komt. Als ik in een zak grijp blijkt mijn banaan zich te hebben gemoderniseerd in een gelletje, een glibberige troep achterin. Zou het er dan toch van komen, aan de gelletjes? Als de banaan het zelf ook lijkt te willen? Na een schitterende afdaling en verkwikkende lunch die Bert weer heeft klaar gezet op een prachtige plek gaan we verder naar de volgende klim, 30 km naar de Col de Cayolle, het hoogste punt van deze week op 2326 m. Een luie klim, steeds 4% omhoog. We fietsen als groep in een stevig tempo omhoog. Simon kan zich al snel niet meer inhouden en vlucht maar weer eens naar voren. Fred blijft bij mij fietsen maar zijn benen zijn te sterk voor me. ‘Verspil je benen niet aan mij’, dring ik bij hem aan en na enig verzet gaat hij toch maar hard verder. Weer zijn de benen niet goed genoeg om mee te gaan. Het wordt tijd om te aanvaarden wat je toch niet kunt veranderen, denk ik. Maar in het laatst stuk van de klim, als de laatste bomen wijken, schiet de motor toch ineens weer aan. Het wordt steiler, in een imponerend leeg alpenlandschap, en daar ga ik weer. Nu heeft het opstarten 25 km gekost, wat is dit? Ik spurt naar boven, dit voelt lekker, ik zou zo nog wel 5 km verder kunnen. Helaas, daar is de top al, eigenlijk een teleurstelling als het zo lekker gaat. Een klim van 30 km die net 5 km te kort is, wie had dat gedacht? Na de koude top dalen we weer spetterend naar beneden. We eindigen in St Martin d’Etraunes, zo’n oud gehucht waar we de hele week al doorheen razen. Nu stoppen we er. Nog 48 inwoners, volgens de laatste telling in 2008. Er staan meer huizen dan er inwoners zijn, uit welgeteld twee huizen komt ’s avonds akelig TL-licht. Een hotel, dat in 1968 zijn laatste opknapbeurt heeft gehad. Als ik op m’n bed plof begint het uit het plafond te regenen, een van de mannen boven staat onder de douche en ik spoel in enen mee. ‘S ochtends gaat een bus naar Nice, die doet er 3 uur over, en ’s avonds komt er een bus weer terug, de enige verbinding met de bewoonde wereld. Het mobiele netwerk lijkt vooral voor de vorm aangelegd, het werkt in ieder geval niet. Heeft men hier zijn lot ook aanvaard en is men zijn heil elders gaan zoeken? Had men iets kunnen veranderen maar had men niet de moed dit te doen? Of was men wijs genoeg om in te zien dat er niets te veranderen viel? Soms is voor het losbreken van wat je al aanvaard had niet eens moed nodig, zo leerde ik vandaag. Ik was niet moedig en ook niet wijs, althans geen enkele aanwijzing die op een van beide leek, en ging toch harder fietsen. Misschien moet je soms aanvaarden dat het anders loopt dan je al aanvaard had.