RSS feed
2023

Blogpost van Jaap, zaterdag 4 juni 2106, Parrhesia, de moed tot waarheid spreken

Fietsen, dat is de kern van onze tochten, het domineert de dag, we zitten uren op onze fietsen. Vandaag al met al van half tien tot half zes, met pauze voor café au lait en lunch in de berm erbij. Maar het fietsen heerst ook in onze gesprekken vooraf, aan het ontbijt en na afloop, op onze kamers. Maar niet ’s avonds aan tafel. Die tijd is gereserveerd voor het gesprek. Het gesprek over de boeken die we lezen en over onszelf. Dit jaar twee bijzondere boeken. Het eerste is De moed tot waarheid, de colleges die Foucault gaf aan het College de France, kort voor hij in 1984  stierf. De waarheid spreken als er iets op het spel staat, voor jou persoonlijk. Dat vergt moed, het overwinnen van angst. Dat is het oude Griekse begrip Parrhesia. De waarheid spreken uiteindelijk uit zorg om je zelf en anderen. Zo zei Socrates in zijn rede voordat hij ter dood veroordeeld werd dat hij de waarheid zou blijven spreken, tot zijn laatste adem. Parrhesia is geen techniek of een metier, het is een houding, een zijnswijze, verwant aan de deugd, een manier van handelen. Dat is het thema van de week, wat vraagt dat van ons? Ik heb aan het diner gister iets verteld hoe ik dit begrip gebruik om waarheid spreken in de boardroom te stimuleren, waar veel prikkels bestaan om dat niet te doen, ook niet als het er toe doet. En hoe me dat zelf vergaat in de boardroom. We lezen nog een ander boek, een spetterend, tintelend boek, De zevende functie van taal, de nieuwe roman van de Franse schrijver Laurent Binet. Een brutale schets van de Franse filosofen in 1980: Barthes, Foucault, Derrida, BHL (Bernard-Henri Levy). Bijzondere schetsen van uit de hand gelopen denken over onderscheidingen in taal en werkelijkheid die we inderdaad kunnen denken maar die daarmee nog niet betekenisvol zijn. En soms wel. Foucault wordt in het boek plastisch en hilarisch verbeeld in scenes met jonge mannen in sauna’s en darkrooms. De bizarre verwikkelingen die Binet schetst, maar meer nog het ritme van de taal die hij hanteert, grijpen je bij de kladden en sleuren je door het boek, magistraal. Wel moeilijk om daarna nog weer De moed tot waarheid ter hand te nemen, de beelden van Foucault krijg je niet meer weggedacht, too much information. En vandaag de eerste echte etappe, 135 km van Albi naar Nant, met ruim 1800 hoogtemeters. Een paar echte klimmetjes, een klim van een paar kilometer met stijgingspercentage van 9-12%, mooie voorbereiding op de Ventoux. Toch spannend, voelen de benen goed? Voel ik me nog zo licht als gister of valt het klimmen me zwaar? De eerste klim ga ik hard aan. Misschien wel iets te hard. Ik kan er allerlei redenen voor verzinnen, maar de naakte waarheid is dat ik moet weten en me moet meten. Weten of ik hard kan gaan of niet, de onzekerheid uitwissen of ik het nog kan, Unsicherheitsbewaltigung. En me meten met de anderen. Ik ontken altijd graag dat ik competitief ben, het gaat niet om het winnen maar om het beste uit mezelf te halen. Maar eerlijk gezegd, dat is vooral second best, voor als je niet wint, heb je nog wat. Met Fred in de buurt gebeurt dat nogal eens en zo kan ik volhouden dat ik niet competitief ben. Maar ik weet wel beter. Winnen doet er toe. Zo, de waarheid is eruit. Erg moedig was het niet, de rest wist het al lang. De waarheid over jezelf spreken die anderen al lang kennen, maar jij zelf nog niet, is dat nog Parrhesia? Toch Foucault er nog maar eens bij pakken.