RSS feed
2023

Blogpost van Fred, 7 juni 2017, Het Steile Stuk

Zoals bekend zijn we ‘op leeftijd’. Niet oud, maar een beetje. Het leven danst met ons mee, de dood is iets dat niet in ons balboekje staat. Wij willen verder, beter en omhoog. En bij dat laatste is de wijsheid in ons gevaren: we doen geen wedstrijdjes meer, neuh, maar gewoon wie het eerste boven is. Niet altijd, maar soms. Ook weer nu het leven ons toestaat door de verbijsterende kracht en pracht van de Dolomieten te fietsen. Wat een bizarre schoonheid die Dolomieten, als bergketen genoemd naar Déodat de Dolomieu, die ontdekte dat dit kalksteengebergte geen gewoon kalksteen was, maar ‘dolomiet’: kalk met magnesium. Een keihard mineraal. Terwijl wij, oude taaien, magnesium slikken om de spiermassa soepel te houden. In deze omgeving waar echte helden streden voor onafhankelijkheid – tijdens WO1 – zoeken wij in onszelf naar hardheid en souplesse. De Dolomiet in onszelf. Al zullen we nimmer op die leeftijd zoveel opgestapelde schoonheid tonen.

Vandaag is het dus weer geen wedstrijd maar wie het eerst boven is. Strijd dus. Vooral in onszelf. In de 105 km Bolzano naar Cortina d’Ampezzo (die naam!). Daar zullen we ca. 3000 hoogtemeters noteren. De reuzen die geduldig wachten heten Gardena en Valparola. Allebei lastig. De eerste 32 (tweeëndertig!) km lang, de tweede slechts 13 km, maar verraderlijk. Stijgingspercentages boven de 9% gemiddeld en stukken van wel 14. Ik huiver van de cijfers en plaatjes. Als wij de weg opdraaien naar de Passo Gardena, voel ik de nerveuze spanning in de benen. Een tinteling door de spieren. Tempo vinden, goed ademen, je niet gek laten maken door Onno, het krachtmens dat geweldig rijdt dit jaar (en vooral verstandiger). En onwillekeurig denk ik aan mijn tuin, waar de Gardena-set ligt. Zo gaat dat als je stijgt en afdaalt in jezelf. Klimmen is dromen met je ogen open. Flarden van gedachten of indrukken, zoals – ik hoor een zwartkop – wat stinkt het naar dood dier – is dit het Goede leven? en; waar zal mijn blog over gaan? Maar ook: shit! – pijn in mijn zij – zweetdruppel brandt in oog – mijn schoen knelt. In een soms woest kolkende stroom spoelen ze door je hoofd, terwijl je in een arcadische klim de stilte van de berg ervaart. Onno is weg, dus, of wil weg. Aan zijn wiel Jaap mee, Noud, Cornelis – ook al zo goed dit jaar. Ons vriendenpeloton in de vechthouding voor de Gardena. De versnellingen ratelen, het diepe ademhalen klinkt voor en achter me, we monsteren de weg na elke bocht: komt Het Steile Stuk al? Hoe steil? Mijn benen toch zwaar van de kou en regen van gisteren. In deze zon, dit landschap leven ze weer op: ze voelen als soepel staaldraad, berekend op samsoniaanse krachten. Zoiets. Naar voren. Jaap in mijn wiel. Rust houden, straks komt Het Steile Stuk: 9,5%. Niet te hard. Ik voel de staalsmaak in mijn mond, van de diep ademhaling. Jaap komt met zijn machtige tred naar voren, alsof hij brood bij de bakker haalt, terwijl we de Gardena beklimmen, de Gardena! De berg die bocht voor bocht een sluier van zijn schoonheid aftrekt. Doortrappen, schakelen naar lichter, Na een paar kilometer zijn we los. De sterke Onno – taai en vastbesloten – Jaap en ik. Drie oudere jongeren. Aan het begin van het steile stuk is Onno er nog. Dan niet meer. De euforie laat mijn benen dansen en zingen. Het gaat! Dat kan dus, alles kraait van plezier in mij: door het fietsen, de natuur, het gezelschap. Geen sores. Het kraaien wordt eufoor als de Gardena zich in volle schoonheid toont als wij ons langzaam uit het landschap omhoogtrekken. Het Steile Stuk is nog niet klaar. Jaap en ik zeggen alleen maar ‘zo!’ tegen elkaar. Om te kunnen ademen. En dan, plots, de bocht waarop ik wachtte: afvlakkende stijging, ontspanning. Met één hand haal ik mijn mobiel uit een achterzakje. Ik maak foto’s, die door het landschap nooit mislukken.  ‘Een feestje’, ‘genieten’ en ‘wat is dit fantastisch’, zeggen we. De blijdschap dit te mogen beleven. De euforie van schoonheid, kameraadschap en overwinning op jezelf. We vieren het in commissie op de Gardena. De berg heeft een vriendelijke kant en laat ons gul zien. Waartoe natuur in staat is. Jaap filmt – met één hand en een Go-Pro – het landschap, de weg, en ons/mij. We willen alles filmen en vastleggen en weten dat dit, wat we nu, hier voelen nooit meer terugkomt. Dus besluiten we tot een hedonistische triomftocht. Samen naar boven. Tempo, geen kwelling of lijden, maar euforie en blijdschap. Beneden ons zien we ergens Onno, Cornelis en… is dat Noud? Een eresaluut aan de Dolomieten, het fietsen. Niet moe, maar gelukkig komen we boven. Samen gedaan, Samen blij, eufoor. We zeggen het en weten het. Weer één gedaan. Wéér gelukt en gelukkig.

Daarna de korte, maar steile Valparola. De groep kraakt meteen. Te steil die berg. Jaap, Onno, ik. Weer. Weer die versnelling van hem. Ik volg, Jaap niet deze keer. Wat nu? Doorgaan. Als een ware meesterknecht zet Onno me af aan de voet van het steile gedeelte. Ik versnel. Alleen. En daal af in mezelf en mijn lichaam. Vol erop. Soldaat Schoorl is er klaar voor. Ik slinger soepel door de bochten naar boven. Maar alleen. Ga diep. Kleinste verzet, snelle tred. Klimmer Fred. Naar het einde kraakt het. Alweer een Steil Stuk. In het dal zie ik anderen als mieren naar boven kruipen. Ik voel me sterk als een mier. Ben blij als ik boven ben op wéér een hallucinerend mooie col. Het eerste boven, minuten voor de rest. Maar geen triomf, of winnaar. Ik voel blijdschap en dankbaarheid, maar spreek het niet uit. Zou dit geluk zijn? Even de strijd in jezelf loslaten? Even is het goed. Even. En daarna keihard zingend in jezelf afdalen!