RSS feed
2023

Blogpost van Jaap, 4 juni 2017, Il Primo Volo

Vandaag een lange etappe voor de boeg, zeker 150 km. De genadeloze Po-vlakte, m’n vader sprak erover alsof het een dag kostte om die over te komen. Op de fiets klopt het ook nog. We zijn er de hele dag mee bezig. Voor de afwisseling willen we eerst nog langs Catellania, de geboorteplaats van Fausto Coppi. De winnaar van vijf Giro’s, waaronder die van 1949 die Buzzati beschrijft. In Castellania is een klein Coppi museum waar we langs moeten. We dragen de shirts die ter ere van Coppi zijn gemaakt. In de nek van het shirt staat Il Primo Volo, De Eerste Vlucht van Coppi in de Giro. Hij ontsnapt aan het peloton op de flanken van de klim naar Abetone in Toscane, die wij vijf jaar geleden ook beklommen. De hele etappe met alle beklimmingen staat achter op ons shirt. Het is nog wat kilometers extra naar Castellania in de toch al lange etappe, en het is ook nog stevig extra klimmen, maar dat hebben we er graag voor over. De eerste klim, steil maar niet heel lang, doorstaan we goed. De tracks van de route leiden ons ineens het land in, over een grindpad. Een grindpad dat nog even doorgaat, en dan nog een stuk. En als we kijken waar we zijn beland, blijkt dat we er nog veel meer van mogen verwachten. Ons eerbetoon aan Coppi strandt in de grindbak. Hij fietste er hard doorheen in die tijd, maar wij lopen vast. Wij zijn verwende asfaltrijders, 70 jaar later. Hoewel, verwend. In Italië word je niet vaak verwend met asfalt. Vandaag fietsen we uiteindelijk 180 km, ja u leest het goed, 180 km, over asfalt waarvan de strook waar je als fietser normaal rijdt is verkruimeld als de opengebarsten cake die in een te warme oven heeft gestaan. Vol gaten en scheuren, gelardeerd met een grote variëteit aan rommelige putdeksels. Als fietser heb je de keus om rechts ervan te rijden over de 20 cm of minder die resteert tot de berm, of links van het craquelé, maar dan rijd je midden op de weg waar de auto’s je voorbijrazen. We wisselen voortdurend af, van links naar rechts, slalommend om de gaten, scheuren en putdeksels. En zo slingeren we ons 180 km door het vlakke landschap, af en toe vol in een gat rijdend en zachtjes of iets minder zacht vloekend. Het is geconcentreerd rijden de hele dag, net langs de man voor je kijken waar de gaten en scheuren zitten, naar links en rechts uitwijken. We gaan in grote vaart want de wind is gunstig. Met auto’s die vaak in een wijde boog maar soms rakelings langs ons scheren. En rare manoeuvres uithalen die ons volkomen verrassen. En zo komt het dat ik toch nog eer aan Coppi kan betonen. Als de mannen voor me plots in de remmen duiken omdat een auto naar rechts uitwijkt, knal ik vol op mijn voorligger en vlieg ik met een salto in de berm. Op deze voor Coppi bestemde dag land ik uiterst comfortabel in een bed van brandnetels, die me de hele lange dag helpen herinneren aan mijn eigen Primo Volo.

Jaap Winter