RSS feed
2019

Blogpost van Jaap, 8 juni 2017, Van de Wereld

Vandaag was weer zo’n dag dat ik me bewust ben van een bijzonder fenomeen dat zich voordoet tijdens het fietsen van deze tochten. Ik ben eigenlijk totaal van de wereld. Ja er drupt wel nieuws door (wat heeft Comey gezegd? Een hung parliament in Brexitland?), maar het is allemaal vluchtig, niets beklijft. Er worden ook wel e-mails gelezen, maar ze worden zelden nog beantwoord. Ik ben altijd al goed in het uitstellen van dingen tot het echt niet verder kan, maar in deze week is het hoofd gewoon afwezig. Het lukt gewoon niet om ergens echt lang bij stil te staan. ’s Ochtends vroeg moet ik m’n best doen om tijdens het ontbijt voldoende te eten. Dat is elke ochtend een gevecht, yoghurt, broodjes met kaas en vlees, een kiwi als die er is, nog wat toast, een stuk taart (altijd zoetigheid hier in Italië bij het ontbijt). Geen tijd om ergens over na te denken. Dan het stressvolle ochtendritueel, banden, bidons, bananen, bars, van alles. Dan op pad, vanmorgen na twee meter al discussie over de route, de verwarring is nog nooit zo groot geweest. De eerste kilometers, direct al wat omhoog, de benen moeten wennen, het zuur zit nog overal. En langs de grote weg met veel verkeer, je kunt niet maar wat aanfietsen, opletten, concentreren. Omhoog door een prachtige vallei, in gesprek met Maurits over wat ons bezig houdt (en waar het fietspad met maar 1% stijging is gebleven). Opnieuw onder de indruk van de overweldigende natuur, hier de Drei Zinnen. Na de koffie 40 km afdalen naar Lienz over een verrukkelijk fietspad. Fietsen is hier een spel, steeds licht naar beneden, bochtjes, een bruggetje over, draaien, af en toe even met de snelheid van de afdaling nog in de fiets omhoog. Het doet me denken aan vroeger, fietsen in de duinen op Schiermonnikoog, op en neer. Of alleen op zondagmiddag in de bossen rond Dwingeloo, zo’n zondag dat ik me stierlijk verveelde en dan maar de fiets pakte om erop uit te gaan, op een oude opoefiets, over smalle paadjes, bochtjes en mini heuveltjes, omhoog en omlaag. Een zalig spel dat ik eindeloos kan spelen. En ineens is daar, midden op het fietspad, Filip. De Vlaming die ons met ziel en zaligheid begeleidde op onze eerste twee tochten en op de vierde tocht. We wisten dat hij hier in de buurt nieuwe routes uitzet maar hadden geen idee dat hij hier zou zijn. Filip had ons goed gevolgd en bedacht dat we vandaag hier ergens moesten fietsen, hij wilde ons zien. Wat een heerlijke ontmoeting. Het Vlaams van Filip gaat er direct weer in, wat zou het mooi zijn als hij ook weer eens mee ging.

Tijdens de lunch een klassiek patroon, we eten wat, praten wat en vallen dan enthousiast in slaap. Een kwartiertje, max, maar zo lekker even. Maurits stelt ons gerust over het middag stuk, alleen maar vals plat naar Heiligenblut. Nou dat hebben we geweten. Direct na Lienz gaat het steil omhoog. Het knalt in m’n lijf, waar is de blaasbalg, wanneer houdt dit op? Waar is boven? Alles kraakt en piept, het is pompen of verzuipen. Het blijkt een klim van 6 km die eindigt bij een keurige tattoo zaak waar we colaatjes drinken en Cornelis snel een tattoo van een racefiets op z’n kuit laat zetten. Dan eindelijk het vals plat, ik kom alleen te zitten en fladder rustig omhoog. In m’n hoofd is het een grote leegte. Dit is wat me bij yoga nooit lukt, gedachten komen en gaan, ik hou er geen een vast, ze verdwijnen met elke volgende trap. Als ik er nu goed over nadenk heb ik op dat moment ook geen idee meer wie ik ben, wat allemaal belangrijk is in het leven. Ik fiets alleen maar en zelfs dat gaat op de automatische piloot, ik sta er geen seconde bij stil, ik schakel automatisch, rem en trap door, alles vanuit een onbekende bron diep van binnen die het nu zonder enig bewustzijn wel af kan. Ik ben totaal van de wereld, ik ben er eigenlijk gewoon niet meer. We weten dat ‘ik’ een cognitieve illusie is, wel heel kunstig en doorgaans effectief, maar toch, een illusie. Hier, op dit vals plat naar Heiligenblut, wordt de illusie magistraal doorgeprikt: ik besta helemaal niet. Ik moet zeggen, dat bevrijdt. Ik ben er zo niet, zo van de wereld dat ik zelfs totaal vergeet na te denken over wat ik vanavond aan tafel moet zeggen over mijn onbehagen. Ook dat helpt, zonder ik geen onbehagen. Moesten we misschien allemaal eens proberen.

Jaap Winter