RSS feed
2023

13 juni, De hand van Senja, door Jaap

Vroeg op in ons hutje, de natte kleren van maandag kunnen we uit de drying room halen. Het ziet er buiten nog mistroostig uit, koude wind, miezerregen, we hebben echt zin om op pad te gaan. We zijn op Senja, naar verluid even mooi, zo niet mooier dan de Lofoten. Maar als het weer zo blijft gaan we er weer bitter weinig van zien. Het is even droog als we opstappen en we besluiten de extra beenstukken op de bovenbenen waarmee we onafgebroken hebben gefietst, maar eens een keer niet aan te doen. Binnen een kwartier begint het toch weer te regenen, we krijgen de volle laag. Beenstukken maar weer op, verkleumd verder. We fietsen over de hand van Senja, vooral de handpalm en ringvinger en pink. Een paar gave oude tunneltjes, witte rots. De uitzichten tussen de vingers zijn magistraal. He Fred, roep ik, zie jij dat ook, daar in de verte? Een stukje blauwe lucht, zomaar. We houden ons vast aan de kleinste suggesties van beter weer. Maar nu wordt het echt mooier en mooier. Onze monden beginnen open te vallen van alle pracht om ons on heen. Vaak staan we stil om een fotootje te maken. Het is nog steeds erg koud maar soms hebben we ineens de zon in ons gezicht, dat voelt heel goed. Waar zijn we beland, denken we. Zo spectaculaire mooi. Rotsen die steil de zee in duiken, fantastisch blauwe baaien. Idylische hutjes in vanille-vla-geel en de Noorse bloedrode kleur.We raken niet uitgekeken. Moet je dat nou eens zien! Fluitend komen we aan in Grylleford, waar de boot naar Andenes ons wacht. En een koffie-corner van de supermarkt zowaar, waar we een wienerbrød met koffie verorberen. Op de boot zien we eindeloos veel orka’s, terwijl we slapen. In Andenes gauw naar de supermarkt en dan verder. Het is zes uur s avonds, het licht is nog mooier en we fietsen met een keurige bries in de rug naar Kvalnessbrygga, omgeven door vogels die Fred allemaal opnoemt. Het gastenverblijf biedt onderdak aan allerlei reizigers, Fred kookt, ik serveer (nou ja). En buiten worden de plaatjes alleen maar mooier, wat een uitzicht.

Vanmorgen was het bijna weer zo mooi, we rijden over een vlakke weg, (a first) naar Åse, waar we in de volgende koffiecorner van een supermarkt genieten van, jawel, koffie met wienerbrød. En op een bord de wijsheid mee krijgen van Jonathan Swift: Kaffe gjør oss seriøse, alvorlige og filosofiske. Koffie maakt ons serieus, bedachtzaam en filosofisch. Kijk, now we’re talking. We stappen bedachtzaam weer op de fiets, vooral omdat er een regenbui lijkt aan te komen. Die ontwijken we net, en verder gaat het van het ene spectaculaire uitzicht naar het andere. Misschien is het wel goed dat het af en toe met bakken uit de hemel komt. Zoveel schoonheid kunnen we helemaal niet aan, met al die foto’s schieten we nauwelijks op. Het zal hier mooi weer zijn, dan kom je helemaal niet verder op de fiets. Schitterende landschappen ontrollen zich voor ons. Volgens de bordjes langs de weg vol met elanden, maar die laten zich niet zien. De brug naar Sortland dient zich in de verte aan. Een aardig stadje, Zwartland heet het hier en daarom zijn heel veel huizen blauw geschilderd. Maar wat een pret de laatste twee dagen, hiervoor zijn we gekomen, om hiervan te genieten. Ja we rochelen wat af, Fred is inmiddels ook snotverkouden, we zeulen de fietsen met tassen elke heuvel op, soms met stijgingspercentage van 10%, maar tjonge wat is het gaaf. Een van onze fietsmakkers thuis heeft ontslag genomen en een rode fiets gekocht. Hij is onderweg zegt hij. Tegen zoveel schoonheid is niets bestand.