RSS feed
2023

Contrast-etappe, 4 juni, door jaap

Vandaag een vlakke rit, over 141 km. “Er komen maar twee afslagen,” zei Peter, “ waarvan de tweede de oprit naar het hotel is.” Cornelis heeft van tevoren uitgerekend dat we de etappe zullen rijden met een gemiddelde snelheid van 29,3 km/u. We rijden uiteindelijk gemiddeld 29,7 km/u, met tegenwind, we zijn beter dan Cornelis algoritme! Alsof we thuis een rondje door de polder gaan fietsen. Vlak, voorspelbaar, rechte wegen, uren lang hetzelfde uitzicht van wiegende billen en draaiende benen voor je en een witte streep van de weg die maar onder je door blijft glijden. Zo’n tocht keert mij, en ik denk ons allemaal, een beetje naar binnen. Je zit daar maar uren te zitten op je fietsje, je draait een prettig herentempo, er is niets in de omgeving dat je opvalt of afleidt (nou ja, Peter stopt een keer langs de weg om een foto te maken van een grote Samsung fabriekshal die in the middel of nowhere staat, je moet toch wat), en dan gaan de gedachten naar binnen. Niet dat er dan iets bijzonders wordt gedacht, door mij in ieder geval niet en aan de conversaties aan de lunch merk ik ook niet dat anderen tot grote inzichten zijn gekomen. Was ik gister nog aan het fladderen en was dat fladderen tijdens het fietsen een bewuste gedachte, nu zijn ook mijn gedachten aan het fladderen geslagen. Ze hebben vrij af, ze hoeven niets te analyseren of doordenken, ze hoeven niets te verzinnen, ze geven er stralend de brui aan: je zoekt het zelf maar uit vandaag. Er komt wel eens een flarde van een gedachte het bewustzijn in fladderen, maar het fladdert er even snel weer uit en in ieder geval blijft geen enkele gedachte lang genoeg rondhangen om er iets zinvols van te maken. De nothing box waarin mannen bij voorkeur verblijven in optima forma (zie The Tale of Two Brains op Youtube). Zoals ieder van ons in zichzelf gesloten is, zo rijden we ook met elkaar: in gesloten formatie, strak achter elkaar, geen ruimte op de wegen waar het verkeer voorbij raast om naast elkaar te fietsen en een praatje te maken. Een opleving als je een tijdje op de kop mag fietsen, dan moet je even aan de bak en richt alle concentratie zich op het fietsen, de snelheid vasthouden en vooral ook niet stilletjes aan steeds harder gaan rijden omdat het zo lekker gaat. Dienend fietsen. En daarna weer terugzakken in de formatie, rustig ronddraaiend. Een formatie waarin de lijven nagenoeg op automatische piloot worden aangestuurd door de motorcortex die subtiele signalen in verandering van snelheid en richting in de mannen voor je split-second omzet in aanpassingen in eigen snelheid en richting. Als een zwerm vogels in de lucht die zonder hierarchie de meest wonderlijke bewegingen gecoordineerd uitvoert, zo rollen wij door het Slowaakse landschap, wijken uit voor auto’s die van opzij de weg op lijken te schieten, draaien we over rotondes en ontwijken we putten en scheuren in de weg. Het stemt de Olifanten in ons onbewust gelukkig als hun Berijders ze eindelijk eens een dag met rust laten. U ziet, ik probeer er nog wat van te maken, van zo’n etappe als die van vandaag. Maar in werkelijkheid bestaan sommige etappes in onze tochten eigenlijk niet om en vanwege zichzelf, maar bieden zij slechts contrast aan de andere etappes. Doordat vandaag zo vlak, voorspelbaar, uneventful was komen alle andere etappes tot volle glorie. Doordat we vandaag hebben gefietst komen de andere etappes scherper in zicht. Met nieuwe waarderende blik herinneren we ons de omgeving en het klimmen in Oostenrijk. Met sterkere anticipatie kijken we vooruit naar de etappes door de Lage en de Hoge Tatra die we de komende dagen nog voor de boeg hebben. Dat zijn we vast weer snel vergeten als we morgen vloekend worstelen met 15% stijging, maar voor nu is dat een memorabele gedachte over een bepaald geen memorabele etappe.