RSS feed
2023

Lek, 4 juni, door fred

Als kind mag je in kabouters geloven. Als volwassen vent is dat uit den boze. Daarmee sta ik voor een immens dilemma: want er gebeuren vreemde dingen. Al sinds de eerste dag gebeurt het mij om de haverklap: een lekke band. En niet zo maar een, nee een zuivere klapband. Muzikaal gezien begint fenomeen met het geluid van een zachte metronoom in mijn achterwiel. Tik-tik-tik-tik, waarbij het adagio langzaam overgaat in con passione. Pats!! Het orkest in mijn band zakt ineen als een plumpudding, Mijn band hangt als een afgeschudde slangenhuid om mijn velg. Het wiel begint dan te zwabberen – het is een afdaling – en voorzichtig manoeuvreer ik het ijzeren ros naar de berm. Op de eerste dag was het nog business as usual. Niet zeuren, bandje wisselen en weer verder. Maar na de vierde lekke band in drie dagen begint het te knagen. Want ondanks alle oculaire inspectie, het zorgvuldig voelen van de velg en het met de grootst mogelijke omzichtigheid weer vervangen van het bandje, steeds weer bracht het hatelijke metronoompje zijn tergende muziekje ten gehore. Zelfs de aanwezigheid in het F4F-peloton van de directeur van het Concertgebouw, een tenor van de pedalen, mocht niet baten om de boel tot de orde te roepen. ik werd er horendol van. Voor mijn geestesoog zag ik een horde minuscule kaboutertjes druk in de weer tussen band en velg. Met hamertjes, vrolijk fluitend dynamietstaafjes plaatsend en dan giechelend wachtend op de afdaling waarop – zoals in de beste Disneytekenfolms – op de dynamiet ontsteker werd gedrukt en er ineens beeldvullend  een WHAMMMM!-ster verscheen. De grootste kabouterlol. En wij simpele zielen maar inspecteren, voelen en elkaar verbijsterd aankijken. Wat is hier gebeurd? Want de velg voelde weer zo glad als een pas geslepen schaatsijzer. Niets, nada, nakko te zien. Gisteren was het summum. Op de binnenplaats van een foeilelijk Oostblokhotel in Bratislava deden begeleider Ben en ik een laatste poging. Met operatieve precisie haalden wij de band er weer uit, deden de vertrouwde inspectie, zagen géén kabourtjes – dat kan ik bevestigen – noch enige andere onregelmatigheid en gooiden er weer een verse binnenband in. Met als extra een stukje tape op een soort laspunten in de velg,waarover reeds een plakkertje was aangebracht. Zoals ik zei: een ware operatie. We keken elkaar aan en dachten dat het goed was. E basta! Het werd: e bomba! Het wiel met de nieuwe band werd zorgvuldig geplaatst, de band lichtejes opgepompt en voorzichtig rondgedraaid, waarbij wij met kromme rug en brildragend op decimeters boven de band hingen, alert op de minste afwijking (of kabouter). Tot ik iets voelde. Iets dat je zou kunnen omschrijven als ‘een voortrilling’. Die werd gevolgd door het metronoompje, met een grand finale die voorspelbaar is. Pats! . Er zijn veel rare dingen gebeurt in de geschiedenis van Bratislava, maar dit mysterie van deze lekke banden moet toch ergens in de annalen van deze stad aan de Donau een plekje kunnen vinden. Na een half uur had de halve equipe van F4F zich gebogen over dit raadsel. Ik opperde nog dat er in deze Fulcrum-1 velgen – afkomstig van Campagnolo met dito referenties – misschien een velglint zou helpen. Een ouderwetse oplossing, was de riposte. Vanmorgen is Ben – ‘dit heb ik nog nooit meegemaakt’- bij de Decathlon geweest. De fietsenmaker daar schijnt drie seconden naar de velg te hebben gekeken en toen te hebben gevraagd waar in hemelsnaam het velglint was gebleven. Velglint? Uhhh, op een moderne Fulcrum velg? Enfin, die zit er nu wel op. Morgen gaan we zien of we in kaboutertjes moeten geloven. Vandaag mocht ik een dagje racen op de reservefiets, de Specialized Roubaix van Jaap. Een soort rijdende fauteuil met remmen. En twee wielen waar muziek in zit. Geen explosies. Heerlijk 140 km gedaan met de groep. Bijna 30 gemiddeld. Zonder velglint, zonder lekke band. Morgen gaan we de bergen weer in. Als ik in de eerste afdaling op mijn eigen Van Nicholas weer lek rijdt ga ik in kabouters geloven. U bent gewaarschuwd.