
Japanse duizendknoop en andere exoten
Megeve, 7 juni, Fred
In Nederland zijn we er klaar mee: met exoten als de Japanse Duizendknoop. Onuitroeibaar. In Nederland wordt wanhopig geexperimenteerd. Hoe krijg je dat spul weg? Weghalen en de grond verbranden is nu de hoop. Dat is Nederland. Nu hier in de Alpen. Op weg vanuit Montaimont naar Megève was het een grote Duizendknoopparade. Hoe gaan ze die oprukkende exoten hier ooit wegkrijgen? Het heeft ook wel wat, die onuitroeibaarheid, dacht ik zo maar, afdalend met 65,3 km/u. Even later, op weg naar Ugine door weer een prachtige ‘gorge’, bedacht ik me dat wij hier ook exoten zijn. Wij fietsers. Oprukkende exoten. Zeker hier in de fraaie Haut Savoie. Streek van monumentale cols. Achter me fiets inmiddels alleen Noud. ‘Noud, is het tempo goed zo?’ ‘Ja, hoor, prima’, hoor ik achter me. We stijgen slechts 3 of 4 procent, slingeren ons over de D1212 door de kloof. Voorbijrazend verkeer. Noud had het zwaar bij de klim naar de top van de Madeleine. Al verder fietsend bedacht ik dat het thema exoot en vervreemding door deze editie2023 heen loopt. We fietsen niet alleen, we reflecteren op ons leven, op onszelf aan de hand van het boek, dit jaar ‘Leven en Lot’ van Grossman (ga dat lezen!). Iedere avond weer iemand. Geen filosofisch of ethisch non-fictie boek dus dit jaar, maar het échte leven, pijnlijk en met mededogen beschreven. Wat opvalt – ik ga niks uit die persoonlijke reflecties weergeven – is dat we onszelf af en toe exoot voelen, niet (meer) op onze plaats. We zijn duidelijk in de overgang, mensen! De één worstelt met de overgang naar de voelbare ouderdom, de ander met de overgang van een baan naar een nieuw vrij of zzp-leven en weer een ander ziet in zijn missie van verbinding zelfs eenzaamheid ontstaan. We worden ‘exoot in ons eigen leven’, of verliezen in ieder geval de wonderlijke vanzelfsprekendheid van het hebben van een baan, een relatie, of een passie. En voordat we het te zwaar maken – ‘gaat-i Noud?’ (hijg-puf-hijg-puf)– zijn we ook aan het vervreemden van ons oude ‘concept’ van fietsen4 fietsen. De oude formule – goed gezelschap, goed boek, goede route, goed doel – heeft zijn volgroeide stadium bereikt. Het piept en kraakt. We zijn op verschillende lagen enorm aan elkaar gehecht geraakt. Maar dit jaar is er niet per se een goed doel. En de route…. die moet anders. ‘Effe stoppen, Fred, even in de schaduw’, hoor ik achter me. (We zitten kort, zien Onno en Cornelis aan komen zwoegen en stappen op, Noud kan weer verder). Nadat Maurits heeft moeten afhaken door griep en gebrek aan conditie, en Peter en Jaap de Alpenreus vandaag rechts lieten liggen, nadat Onno gisteren in de bus stapte en Cornelis ook al omreed, is het duidelijk. Wij hebben een onuitroeibare vriendschap, maar zijn toe aan iets anders, want kwetsbaar als mens. Ook ik, al vloog ik met jeugdige energie de Madeleine op (en zag de steenarend). En dus is het hoge woord eruit: we gaan het volgend jaar anders doen, minder hoogtemeters, zware cols of lange etappes. Met wonderlijke vanzelfsprekendheid wordt dit ‘besloten’. Het mooie is wat blijft. Elkaar ruimte geven, bijvoorbeeld. Jaap en Peter nemen een omweg. En voor elkaar zorgen, altijd. Dat geeft meer voldoening dan elkaar eraf fietsen (wat ook leuk is). Ik rijd na de Madeleine niet keihard met Simon door naar Megève, maar neem Noud op sleeptouw. Onno doet dat met Cornelis, die last heeft van de warmte. Dat is de essentie van F4F: de transitie naar een ander leven, ruimte, zorg en diepe verbondenheid. Een andere opzet van dit wonderlijke collectief. Met waarden die gelijk blijven. Noud en ik doen een half gelukte boks als we na ruim 30 km samen fietsen arriveren bij het Novotel. Ik mag hopen dat in onze stapsgewijze vervreemding van de ons vertrouwde wereld, ons geliefde ‘concept’, deze groep mannen zich ook kenmerkt door één kwaliteit. De onuitroeibaarheid, als van de Japanse duizendknoop.