RSS feed
2023

Vervreemding

Cazilhac, 2 juni, Jaap

De eerste dag van de tocht, een route die niet al te zwaar is met twee redelijke klimmen. Een heerlijk begin van de tocht ligt in het verschiet. Ik stap het bed uit en voel na vier stappen al verzuring. Vreemd, goed geslapen, ben uitgerust. Ik negeer het, het lichaam moet even wakker worden. Maar de trap omhoog na het ontbijt valt zwaar. De verzuring slaat direct toe. Dit gaat een moeizame dag worden voel ik. En ja, eenmaal op de fiets heb ik het zwaar. Kan het niet zo hoge tempo van de groep de stad uit en op de eerste heuvels nauwelijks bijhouden. Ook niet als we een stukje afdalen. Het lichaam werkt niet zoals het hoort. Iets met hartslag en bloeddruk gaat niet goed. Als ik probeer aan te zetten verzuur ik onmiddellijk. Als ik even loslaat begin ik te duizelen door de bloeddruk die lijkt weg te vallen.

Tijdens dit zwoegen bekruipt me steeds meer een gevoel van vervreemding, van disassociatie. Als de bloeddruk me laat duizelen verlies ik alle controle, alle grip op wat ik doe. Ik moet ontzettend mn best doen te blijven fietsen in het spoor van de mannen. Mn waarneming is tot een minimum beperkt, de verbinding met de omgeving verdwijnt. Het lichaam fietst op automatische piloot. Als een waas trekt de tocht aan me voorbij, alsof ik zelf niet fiets. Er gaat van alles in mn hoofd rond wat ik niet meer kan vastpakken. Eigenlijk wil ik de hele tijd stoppen om grip terug te krijgen, maar dat gaat niet. Het voelt alsof ik zweef in een wereld zonder richting en waar ik alle oriëntatie kwijt ben. Er is iets in me dat vreemd is aan mezelf, dat ik normaal niet ben en dat nu de overhand heeft. Ik moet denken aan Grossman die in Leven en Lot schrijft over de oude communist Mostovskoj die soms het vreemde in vrienden ziet en dan de vriendschap loslaat. “Maar wat kon hij doen, nu het vreemde in hemzelf was, deel van hem was? Met jezelf kun je niet breken of de vriendschap opzeggen.” Ik vecht met mezelf die ik niet meer herken in een wedstrijd die maar niet wil ophouden. Na een goede 20 km staan we even stil bij een kruis. Als we weer in beweging komen, gaan de hartkloppingen tekeer. De groep is al een stuk vooruit en ik stap af en ga in de berm liggen om het tot rust te laten komen. Af en toe stopt een auto met een bezorgde chauffeur, nee niets aan de hand, tout va bien, merci beaucoup. Ik wil geen bezorgde mensen om me heen. Een auto met een jonge vrouw stopt, nee ook niet, focus. Het duurt heel lang voor de kloppingen ineens stoppen. Ik kijk naar de wolken boven me die langzaam voorbij trekken en voel me alleen maar meer vervreemd. Ook van de groep, die weg is en niet doorheeft dat ik hier lig. De verbinding is verbroken. Totdat ze na een klimmetje om zich heen kijken en zien dat ik er niet ben. Waar ben je, moeten we terugfietsen, Ben met de bus laten komen, hoe gaat het? De reassociatie komt op gang. Ik stap weer op de fiets en klim langzaam omhoog. Klimmen maakt de duizelingen minder, maar de verzuring is er weer vol. Ik ga de hele tijd stuk op een tempo van niks. Kan ook nog niet kiezen tussen twee beide kwaden.

Ik zwoeg weer achter de groep, wordt langzaam wat rustiger en speel wat tussen duizeling en verzuring. De verzuring wint het nu. Ik klim een mooie beklimming met Fred, die zegt dat hij ook niet harder kan, yeah right. Door een lekke band van een van de maten komen we als eerste boven op de Col de la Baraque de Bral. Als we later aan de lunch zitten kan ik nauwelijks blijven zitten. Ik hang wat in het frame van mn lijf, wil liggen maar dat gaat hier niet. Na de lunch nog een klim, ik verbijt de verzuring maar de duizeling en disassociatie blijven gelukkig uit. Tot we na een plateau naar beneden schieten en een volle duizeling me al afdalend overvalt, me alle controle uit handen slaat en me tot een noodstop dwingt. Maurits is bij me gelukkig, maar dit gaat niet meer. De bus met Ben is een verlossing. Complete vervreemding van de groep die geniet van een magnifieke afdaling door een kloof. Pas op de bestemming komt het lichaam wat in balans met chips, yoghurt, drop en cola zero. Door de mist komt de werkelijkheid van de tocht en de makkers weer in beeld, met onze lol en alles wat ons samen gelukkig maakt. Iets unieks wat ons verbindt.

S avonds aan tafel komt Winton Churchill ter sprake, zoals eigenlijk elk jaar wel. Zijn quotes komen langs en ik ontdek deze: “If you are going through hell, keep going!” Morgen gewoon maar weer opstappen.